Over Op Straat

In 2021 diende Groeilap vzw samen met JC Den Eglantier, OJC Kompas en JOS vzw in op de projectoproep “Generatie Veerkracht: vernieuwende projecten”. Dit om in samenwerking de doelgroep van jongeren in een maatschappelijk kwetsbare situatie beter te bereiken. Zo werd het Project “Op Straat” geboren.

In november 2021 ging de nieuwe outreachend jeugdwerker aan de slag. In de eerste fase van het project was er ingeschreven dat er een onderzoek/omgevingsanalyse werd uitgevoerd. Dit onderzoek kan u hier nalezen:

ONDERZOEK

Jongeren In een maatschappelijk kwetsbare positie

Met Op Straat willen we ons focussen op de doelgroep van jongeren in een maatschappelijk kwetsbare positie. Ze worden vaak benoemd als “Hangjongeren” of “Probleemjongeren” terwijl ze voor on gelijk zijn aan elke andere jongere.

Jongeren in een maatschappelijke kwetsbare situatie(MKS) zijn jongeren die tijdens hun contact met de maatschappij vaak te maken krijgen met de negatieve, sanctionerende of controlerende kant van maatschappelijke instellingen. Ze hebben bijvoorbeeld negatieve contacten bij school,  hulpverlening, politie, jeugdwerk, arbeidsmarkt, etc.

Maatschappelijke kwetsbaarheid heeft een belangrijke culturele component. Jongeren In een MKS behoren vaak tot een lagere sociale klasse. Ze hebben daarom moeite om die cultuur vertaald te zien in maatschappelijke instellingen waar middenklasse cultuur heerst.

De mate van maatschappelijke kwetsbaarheid is een opeenstapeling van deze negatieve contacten (kwetsuren). Hoe meer deze kwetsuren zich voordoen hoe groter de kans er is dat deze jongeren zich gaan afzetten tegen de maatschappelijke instellingen.

Maatschappelijke kwetsbaarheid zorgt dus voor weinig of geen binding met de maatschappij. Wanneer jongeren in MKS afwijkend of negatief gedrag vertonen hebben zij dus minder te verliezen dan een middeklassejongere die wel binding hebben met de samenleving.

Publieke ruimte en outreachend werk

Voor kwetsbare jongeren die vaak geen toegang of aansluiting vinden met het jeugdwerk is de publieke ruimte de plek waar jongeren elkaar ontmoeten en hun vrije tijd spenderen. Vandaag de dag wordt de aanwezigheid van jongeren in de publieke ruimte meer en meer geproblematiseerd. Jongeren die zich in de publieke ruimte begeven worden vaak bestempeld als “probleemjongeren” of “hangjongeren”. Deze reflectie komt vanuit het gangbare idee dat publieke ruimte dient als een transitiezone tussen werk, vrije tijd en thuis en dus een plek waar men zich van punt A naar punt B verplaatst. Voor jongeren is die publieke ruimte net een plek die wordt gebruikt om te vertoeven. Deze tweedeling zorgt voor spanning en soms conflict.

Met project Op Straat zoeken we dus de jongeren op in hun eigen leefwereld. De jeugdwerker gaat letterlijk op straat en op pleinjes om jongeren te ontmoeten en activiteiten te doen. onze jeugdwerker is vooral actief op de witte molenplein en het elisabethplein

Recht op vrije tijd en participatie

Arikel 23 van onze grondwet legt vast dat in België recht heeft op een menswaardig bestaan. Onderdeel van dit menswaardig bestaan is het recht op vrije tijd. Letterlijk wordt dit in de wettekst benoemd als: “het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing.”

Bij Jongeren in een maatschappelijk kwetsbare situatie staat dit recht onder druk. In onze huidige maatschappelijke context wordt voor mensen die uit de boot vallen het recht op vrije tijd niet als een evidentie gezien. Het individuele schuldmodel en het versterkte rechten en plichten discours zorgt er voor dat het recht op vrije tijd vaak wordt gezien als iets dat je moet verdienen. Het recht op vrije tijd is m.a.w voorwaardelijk. De belangrijkste voorwaarde is het goed doen in een arbeids- en/of onderwijscontext. Wanneer die voorwaarde niet wordt ingevuld worden is er voor jongeren een maatschappelijke druk die jongeren stuurt naar het “nuttig” gebruiken van hun vrije tijd. Jongeren zouden dan hun vrije tijd moeten gebruiken voor hun individuele ontplooiing, competenties te versterken en het aanleren van structuur en verantwoordelijkheid.

Daaruit volgt dat participatie in de context van kwetsbare groepen vaak een disciplinering inhoud. Vanuit de vaststelling dat jongeren in een mks minder participeren aan een georganiseerd vrije-tijdaanbod, het verenigingsleven, onderwijs, enzovoort; wordt participatie snel in een logica geplaats van integratie. Jongeren in een mks hebben te kampen met sociale uitsluiting en participatie kan een manier zijn om die jongeren beter te integreren in de samenleving. Het gevaar is dan dat niet-participatie van deze jongeren gezien wordt als een oorzaak van sociale uitsluiting terwijl dit een gevolg is van sociale uitsluiting.

Voor Op Straat is dit recht onvoorwaardelijk en daarom net neemt Op Straat het op voor die jongeren waarbij het recht op vrij tijd niet evident is.

gesteund door